Standpunt Groen Beernem rond 'De Zesling'

13 Maart 2021

Standpunt Groen Beernem rond 'De Zesling'

(foto Luminus) Er is heel wat te doen omtrent de plannen van Luminus om zes grote windturbines te plaatsen in Beernem en Oostkamp, waarvan 2 in natuurgebied. De plannen van Luminus, een filiaal van het Franse staatsbedrijf EDF, de 2de grootste elektriciteitsproducent ter wereld, zorgen voor veel onrust en weerstand bij vele omwonenden uit de wijken Stuivenberg (Oostkamp) en Gevaerts (Beernem). Zij zijn bezorgd over de impact op het landschap en op de leefbaarheid van hun woonwijk. Een actiegroep ontpopt zich als de spreekbuis van dit ongenoegen. Maar ook voorstanders van het project laten hun stem horen. De meningen zijn dus erg verdeeld.   

Hoe kijkt Groen Beernem tegen de mogelijke inplanting van die zes windturbines aan?

Welnu, Groen is vanzelfsprekend grote voorstander van hernieuwbare energie, waaronder windenergie. Om de klimaatopwarming een halt toe te roepen, moeten we naar een koolstofarme samenleving evolueren. Dat kunnen we enkel door achterhaalde technologieën los te laten en volop in te zetten op een duurzame mix van zonne- en windenergie, waterkracht en andere bronnen van hernieuwbare energie.  

Windenergie en windturbines vormen dus een belangrijk onderdeel van die energie- omslag. Om de klimaatdoelstellingen 2030 te halen moeten er volgens Vlaanderen nog heel veel  turbines bijkomen.

Groen deelt deze ambitie, maar verbindt hieraan belangrijke uitgangspunten.

1.Een goedgekeurd windplan

Zo moet er eerst een goedgekeurd windplan op tafel liggen dat bepaalt waar windturbines mogen komen en waar niet. Dit plan zorgt er ook voor dat er een evenwicht is tussen wonen en natuur. Het ontbreken van zo’n windplan is op dit moment de aanleiding tot de wildgroei van aanvragen in de provincie. 

De inplanting van windturbines wordt dan ook best bovenlokaal, op provinciaal of op Vlaams niveau, aangepakt om ruimtelijke verrommeling te vermijden. Al in november 2009 zette West-Vlaanderen een visie op papier in haar tekst ‘Ruimte voor windturbineprojecten in West-Vlaanderen’. Sindsdien is het 'windstil'. Nochtans is de nood hoog: het provinciebestuur dient met grote spoed deze beleidsvisie definitief goed te keuren. Want de helft van de huidige windturbineprojecten geeft aanleiding tot ellenlange procedures en komt daardoor moeilijk van de grond. Een bovenlokale visie op windmolens kan hieraan deels verhelpen. 

2. Een centrale rol voor de burger in het energielandschap 

Groen wil ook de overgang naar een ander energielandschapburgers en energiecoöperaties vormen hierin de fundamenten van onze energieproductie. De grote spelers, zoals bv. Luminus, worden vervangen door coöperaties met lokale verankering.

Windturbines en zonnepanelen zorgen voor lokale productie. Door onze energieproductie in eigen handen te houden, vloeien winsten en investeringen terug naar onze eigen economie. Zo zorgen we ook voor een pak nieuwe jobs.

Een goede aanpak met inspraak en participatie van burgers zorgt voor een breed maatschappelijk draagvlak. Participatie betekent dat er in samenwerking met de lokale overheid inspraak georganiseerd wordt tijdens het plannings- en vergunningstraject. Dit houdt in dat zowel tijdens de voorbereiding als tijdens de uitvoering en exploitatie  burgers maximaal betrokken worden.

Bij rechtstreekse participatie kunnen burgers bijvoorbeeld via het aandeelhouderschap in een energiecoöperatie mede-eigenaar worden van windturbines waarvan ze ook de diensten (stroomlevering) kunnen afnemen.

Van belang is dat de deelnemende burgers hun coöperatie controleren op een democratische wijze en dat de coöperatie openstaat voor iedereen. Wanneer een coöperatieve windturbine stroom kan leveren voor bijvoorbeeld 1500 gezinnen, dan moet het ook de bedoeling zijn om hierbij 1500 gezinnen te betrekken, te beginnen in de directe omgeving van het project. Dan worden ook de baten van het project gelijkmatig verdeeld. Want de wind en zon zijn van iedereen.

Burgers die participeren in een eigen energiecoöperatie gaan trouwens bewuster om met energie. Zo ontstaat een groter draagvlak voor een overgang naar een duurzamere samenleving. 

In onze provincie bewijzen burgercoöperaties zoals Ecopower, CoopStroom, Beauvent, enz. elke dag opnieuw dat dit kan.

Er is trouwens een Europese verplichting (Clean Energy for All Europeans) die lidstaten en hun regio’s verplicht om hun burgers een centrale rol te geven in de energiemarkt en te betrekken bij het energiebeleid. Deze verplichting mikt o.a. op energie-efficiëntie en daarvoor is ook de medewerking van de burgers nodig (draagvlak, isolatie, zonnepanelen, woningrenovatie, …). Vlaanderen heeft deze verplichting evenwel nog niet omgezet in een gewestelijke reglementering.

Op deze voorwaarden zien we nieuwe windturbines graag komen. Het project ‘De Zesling’ voldoet hier duidelijk niet aan. Daarom is onze partij geen voorstander van dit project.

3. Standpunt 'De Zesling'

Groen Beernem onderschrijft dezelfde uitgangspunten:  een lokale energiecoöperatie waarin burgers inspraak hebben en waaraan ze kunnen participeren, geniet duidelijk de voorkeur boven ’s werelds tweede elektriciteitsproducent. Daarnaast roept Groen Beernem de Vlaamse overheid op om zonder uitstel werk te maken van een gedragen windplan dat zorgt voor een evenwicht tussen wonen en natuur en zo ook zekerheid biedt aan burgers en windmolenprojectontwikkelaars zodat groene, hernieuwbare energie in Vlaanderen de wind in de zeilen krijgt.