Moet gemeentebelasting stijgen om taxshift te compenseren?

27 Januari 2017

Vanaf dit jaar worden de gevolgen van de taxshift voor de gemeenten voelbaar. Gemeenteraadslid   informeerde hiernaar tijdens de gemeenteraad van 26 januari 2017.Jan Vanassche

Vanaf 2017 voelen de gemeenten de gevolgen van de taxshift in hun ontvangsten uit de aanvullende personenbelasting (APB). Die wordt immers berekend op de personenbelasting die een belastingplichtige moet betalen. Ten gevolge van de taxhift ? een verschuiving van de belastingen bedoeld om meer jobs te creëren en de koopkracht te vergroten door de lasten op arbeid te verlagen ? daalt die personenbelasting. Dus zakken ook de gemeentelijke APB-ontvangsten, tenzij de gemeente zelf haar APB-tarief verhoogt. Tot nu toe is dat echter niet het geval. Door de stabiliteit in de gemeentelijke APB-tarieven versterken gemeenten dus nog eens het effect van de federale (en Vlaamse) verlaging van de personenbelasting. Simulaties van de VVSG op basis van informatie van de FOD Financiën leren dat de gemeentelijke APB-ontvangsten dit jaar circa 2 % lager uitkomen dan zonder taxshift. In 2018 zou dat verschil al 3,8 % bedragen. Daarna loopt het verder op tot meer dan 10 % in 2021. Onze vraag is dan ook hoe de gemeente die dalende inkomsten zal opvangen, zonder de APB te verhogen?

De bevoegde schepen antwoordt dat dezelfde vraag reeds vorig jaar werd gesteld. Hij herinnert aan de doelstelling van de taxshift, met name arbeidslasten verlagen waardoor zoveel mogelijk jobs kunnen gecreëerd worden. Uiteraard liefst niet met grote gevolgen voor de gemeentelijke financiën. De FOD Financiën heeft de lokale besturen op de hoogte gebracht met een simulatie van de mogelijk te verwachten gevolgen. Het is echter nog afwachten wat de realiteit zal meebrengen. Immers voor Beernem staat nu al vast dat de tewerkstellingsgraad stijgend is (gunstige KMO-tewerkstelling) waardoor het negatief effect van de takxshift (gedeeltelijk) kan gecompenseerd worden. Aangezien de actieve bevolking stijgt en de vergrijzing in onze gemeente wat afneemt, is deze positieve evolutie wellicht gunstig werkend op de vooropgestelde cijfersimulaties.
De conclusie is dus dat er vooralsnog geen duidelijk beeld kan gekregen worden op de gevolgen, ook niet wat betreft de mogelijke gevolgen op de autofinancieringsmarge.

Groen blijft het alvast verder opvolgen.

De gemeente is namelijk verplicht om een gemeentelijk budgettair evenwicht te bereiken op het einde van de legislatuur. Dit wordt geregeld in de gemeentelijke beleids- en beheerscyclus (BBC) en belet de huidige coalitie om schulden door te schuiven naar een volgende bestuursploeg
De taxshift kan impact hebben op het budgettair evenwicht en gelet op de grillige economische conjunctuur neemt de coalitie ernstige risico's door deze terughoudendheid, met mogelijke gevolgen voor de volgende meerderheid. We hadden een pro-actieve houding verwacht. We zullen dezelfde dezelfde vraag volgend jaar opnieuw stellen om te vermijden dat het gemeentelijk budgettair evenwicht alsnog over de legislatuur wordt getild.