"Goed nieuws dat er geen blusoefeningen meer in dit prachtig natuurgebied zullen plaatsvinden, maar we blijven bezorgd over de toekomstige invulling van het oefencomplex.”

De militaire basis in Ryckevelde, officieel het Damage Controle Center (DCC), is onderwerp van blijvende bezorgdheid bij Groen vanwege de historische PFAS- vervuiling. Zeker nu het terrein, dat midden in Ryckeveldebos ligt, in het kader van ReArm Europe nu toch zal behouden blijven en niet naar een andere locatie zal verhuizen.
“De vervuiling is het gevolg van decennialange blusoefeningen door de Belgische marine, waarbij brandblusschuim werd gebruikt dat PFAS bevatte”, aldus Andries Neyrinck, fractievoorzitter van Groen in de Provincieraad. De verontreiniging kwam in 2022 aan het licht na een verkennend bodemonderzoek door de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM). Die droeg Defensie op om een bodemdeskundige aan te stellen om de vervuiling heel grondig in kaart te brengen.
Federaal parlementslid Matti Vandemaele interpelleerde Minister van Defensie Theo Francken over de toekomst van het militair oefencomplex dat zich over Brugge, Beernem en Damme uitstrekt.
Zo vroeg hij of Defensie van plan is om de site te verlaten, na het verstrijken van de vergunning in 2025 en polste hij naar de resultaten van het bodemonderzoek van OVAM.
Uit het antwoord van de minister bleek dat het onderzoek naar de bodemverontreiniging nog niet volledig is afgerond waardoor er nog geen eindrapport is. En dat Defensie ‘vanwege de noodzaak tot een evenwichtige geografische spreiding over het nationale grondgebied in het behoud van de site Ryckevelde voorziet.’ Ten slotte bevestigde de minister dat Defensie de opslag of het gebruik van eender welk type blusmiddelenschuim op de site verboden heeft.
Jan Vanassche, voormalig Milieuschepen in Beernem en huidig gemeenteraadslid in Beernem: “Het terrein heeft een geschiedenis van milieuproblemen. In 2007 en 2011 vonden er al saneringen plaats vanwege ernstige bodemvervuiling, waaronder olielekken. Deze saneringen zijn indertijd slechts gedeeltelijk uitgevoerd, waardoor een aanzienlijk deel van de vervuiling in de bodem en het grondwater is achtergebleven.” Hij besluit: “