Burgemeesterconvenant in Beernem is een lege doos
08 Januari 2017
Op voorstel van Groen, keurde de gemeenteraad in de zitting van april 2015 het burgemeestersconvenant goed, waarbij Beernem zich, samen met 8 andere gemeenten (Blankenberge, Damme, Jabbeke, Knokke-Heist, Oostkamp, Torhout, Zedelgem en Zuienkerke) engageert om tegen 2020 de gezamenlijke CO2-uitstoot in de eigen gemeente met 20% te verminderen. En dit als antwoord op de klimaatopwarming. Na de niet- ingeloste beloftes van het gemeentelijk Kyotoplan van Beernem, een hele stap vooruit, dachten we. "Helaas blijkt uit het energieactieplan dat de gemeente ruim een jaar na de ondertekening van het convenant moest opmaken, dat ze vooral inzet op sensibilisering van de burger, maar zelf nauwelijks structurele maatregelen neemt om de eigen CO2-uitstoot te verminderen", meent . "Pure greenwashing", aldus Jan. Het Burgemeestersconvenant blijkt dus een lege doos te zijn.
Greenwashing
Na de ondertekening van het Burgemeestersconvenant moest de groep van 9 gemeenten (waaronder Beernem) een gezamenlijk duurzaam energieactieplan voorleggen waarbij ze aangeeft hoe ze die 20%-vermindering zal realiseren. Dit werk, dat uitbesteed werd aan de West-Vlaamse Intercommunale (WVI), werd voorgelegd aan de gemeenteraad van december.
"Het voorliggende energieactieplan stelde ons erg teleur", aldus Jan Vanassche. "Daarom hebben we het afgekeurd. Het is een schoolvoorbeeld van 'greenwashing'. Het bevat nauwelijks structurele maatregelen."
Vooral sensibilisering en onvoldoende voorbeeldfunctie
De focus van het actieplan ligt grotendeels op sensibilisering: zo trekt de gemeente geld uit voor een infonamiddag over elektrisch rijden, het promoten van autodelen, een cursus ecodriving voor de chauffeurs van de technische dienst, het aanstellen van een energiecoach, enz. Mooie initiatieven, maar of die in staat zijn om aan de klimaatdoelstellingen te voldoen is zeer de vraag. Trouwens, om de beoogde 20% CO2- reductie tegen 2020 te realiseren blijven slechts 4 jaar over. Toch wel erg weinig om aan de eigen verwachtingen te voldoen.
Het bestuur neemt zijn voorbeeldfunctie trouwens onvoldoende op. De gemeente voorziet bv. geen bijkomende maatregelen om de lopende nieuwbouwprojecten (zoals o.a. de uitbreiding van de bibliotheek) milieuvriendelijker te maken door ze aan te passen aan de BEN (Bijna-EnergieNeutraal)- norm, terwijl ze diezelfde norm wel al wil opleggen aan de burger.
En ook op het vlak van mobiliteit is het huilen met de pet op. De gemeente wil dat de burger de auto meer langs de kant laat staan, maar bij het begin van deze legislatuur was deze CD&V-N-VA- coalitie er als de kippen bij om de gemeentelijke subsidies voor bepaalde buslijnen af te schaffen.
Hoewel de gemeente, binnen het bestaande budget, meer wil inzetten op de isolatie van woningen, vergeet ze eens temeer de sociale dimensie en correctie: precies die burgers die het minst middelen hebben en doorgaans in de slechtst geïsoleerde huizen wonen, blijven letterlijk in de kou staan.
Kleine lichtpuntjes zijn dat de gemeente vanaf 2017 ?rijkelijk laat- van plan is om zonnepanelen op de gemeentelijke gebouwen te leggen. En om slimme meters te voorzien die het elektriciteitsverbruik naar beneden moeten halen.
Schijn hoog houden
"Het energieactieplan blijft voor ons weinig geloofwaardig en dient enkel om de burger de schijn te geven dat de gemeente iets doet tegen de klimaatopwarming", aldus een ontgoochelde Jan Vanassche. Echte maatregelen die het verschil kunnen maken, zoals het doorgedreven energiezuinig maken van openbare gebouwen, het inzetten op minder autoverkeer, op het energie-efficiënter maken van handelszaken en bedrijven, enz. blijven uit. Ook zou de gemeente bv. een klimaattoets of duurzaamheidstoets kunnen instellen. Dit zou inhouden dat elke beslissing van het schepencollege of de gemeenteraad eerst afgetoetst wordt aan de klimaatdoelstellingen. "Voor ons is het nu al duidelijk dat die 20% CO2-reductie niet gehaald zal worden in 2020".