Bescherming van huis Maes in Oedelem is en blijft een goede zaak!

05 November 2006

Zoals we uit de pers konden vernemen, start de Interbrugse Bouwmaatschappij voor Huisvesting binnenkort met de bouw van 34 sociale appartementen op de site van de Oude Melkerij langs de Bruggestraat in Oedelem. Dat er eindelijk eens werk gemaakt wordt van sociale woningbouw in onze gemeente juichen we ten zeerste toe.We zijn echter minder te spreken over de reacties van de bevoegde CD&V-schepen en de ondervoorzitter van de Interbrugse (en CD&V-gemeenteraadslid) die vinden dat het  historische pand, het zogenaamde 'huis Maes', dat zich op de site bevindt, eigenlijk in de weg staat en dat het beter afgebroken werd.  De waardevolle burgerwoning, met elementen uit de 18de eeuw, is nochtans één van de weinige typische huizen die overeind gebleven is in de kaalslag die de laatste jaren op en rond de Oedelemse markt heeft plaatsgegrepen ? en bij uitbreiding in de hele gemeente. Daarbij moesten karakteristieke woningen plaats maken voor vaak spuuglelijke architectuur die helemaal niet past in een landelijke gemeente.Nauwelijks 2 jaar geleden moest b.v. nog het 17de eeuws huisje, gekend in de volksmond als "het oudste huisje van Oedelem" in de Hof Raes, eraan geloven. Ook het oud café 'De Vrijheidsboom aan de Oedelemse markt werd enkele jaren geleden al met de grond gelijk gemaakt. Dat 'huis Maes' toch overeind gebleven is, dankt het aan de bescherming door toenmalig minister Van Grembergen en dit op initiatief van de plaatselijke Monumentenvereniging vzw Dorpszicht.

Het Ministerieel Besluit terzake spreekt trouwens van "een imposante herenwoning die beeld-en structuurbepalend is in de Oedelemse dorpskom."Toen, zo'n 4 jaar geleden, hebben wij deze bescherming gesteund en we blijven nog steeds pal achter onze beslissing staan.

Toen wij indertijd een enquête bij de omwonenden in de Bruggestraat uitvoerden, bleek trouwens bijna iedereen gewonnen voor het behoud van deze typische woning. Dat heel wat Oedelemnaars het historische gebouw gesloopt willen zien, is dus wel een ferm loopje nemen met de waarheid! Tegenwoordig is iedereen overtuigd van de onschatbare waarde van het bouwkundig  erfgoed in een stad of gemeente. Veel oude, waardevolle gebouwen zijn getuigen van een rijk verleden en bieden ook een toeristische meerwaarde. Dikwijls worden ze, na deskundige restauratie of renovatie opnieuw als woning ingericht of krijgen ze een nieuwe bestemming als tentoonstellingsruimte, vergaderruimte,  museum, enz.

Heel wat gemeentebesturen hebben dit maar al te goed begrepen en doen grote inspanningen om interessante huizen van de sloophamer te redden. Grote buur Brugge is hiervan uiteraard het grote voorbeeld. De uitspraken van beide mandatarissen zijn dan ook kortzichtig te noemen en niet meer van deze tijd. Blijkbaar willen sommigen dat alle sporen die naar het verleden van Oedelem wijzen, vakkundig gewist worden. Wat blijft er b.v. vandaag nog over van de eertijds befaamde steenbakkerij, behalve een machine die weliswaar beschermd is, maar staat te verkommeren onder een armoedig afdak? Dat het argument van de verkeersveiligheid er nog eens bijgesleurd wordt, vinden we ten zeerste ongepast, zeker als het over de situatie in de Bruggestraat gaat. Al jarenlang vragen we dat deze straat in de dorpskern verkeersveiliger zou gemaakt worden, zeker voor de jonge fietsers, die dagelijks van en naar de gemeenteschool of basisschool Ter Bunen moeten rijden en daarbij het drukke verkeer moeten trotseren. Tot op vandaag is daar nooit een bevredigend antwoord op gekomen.

We herinneren ons trouwens nog zeer goed dat het gemeentebestuur weigerde om de markt van Oedelem en de schoolroutes (tussen Ter Bunen en de gemeenteschool) volledig mee te nemen in de zone 30, zoals nochtans in de gemeenteraad van 20 juni 2005 beslist was. Om nog maar te zwijgen over het totaal ontbreken van een veilige schoolomgeving (geen Octopuspaal, geen gekleurd asfalt, ?) aan de gemeenteschool zelf. De bezorgdheid om de verkeersveiligheid is dus blijkbaar erg selectief. Trouwens, verkeersveiligheid begint en eindigt niet aan de dorpel van huis Maes!

Het smalle voetpad ter hoogte van de woning is weliswaar een knelpunt, maar zonder al te veel moeite is voor dit probleem via de creatie van een aparte doorgang inmiddels een oplossing gevonden. Wat er met slechts een beetje goede wil kan bereikt worden? Trouwens, de onoordeelkundige inplanting van de groen-witte paaltjes (zogenaamde olifantenpoten) op het voetpad langs de Bruggestraat ter hoogte van de dorpskern zorgt er al jarenlang voor dat op sommige plaatsen de doorgang te smal is voor wie met een  kinderwagen wil passeren. We hebben dit al jaren geleden aangekaart, nog steeds zonder gevolg? De versmalling van de Bruggestraat, veroorzaakt doordat Huis Maes zo dicht bij de straat staat, heeft ook een pluspunt, want het heeft een onmiskenbaar snelheidsremmend effect op het autoverkeer. En dat komt dan weer de verkeersveiligheid ten goede. Laat ons de dingen maar bij naam noemen: de frustratie van de schepen en de ondervoorzitter komt helemaal niet voort uit de bezorgdheid omwille van de verkeersonveilige situatie aldaar, maar heeft louter een financiële reden: door de bescherming ligt het kostenplaatje van de bouw van de sociale appartementen iets hoger, en blijkbaar kan men dit, zoveel jaar na het beschermingsbesluit, nog altijd moeilijk verkroppen.  Ook wij vinden sociale woningbouw erg belangrijk. Maar we zijn ervan overtuigd dat dit hand in hand kan gaan met het bewaren van het historische erfgoed. Dat bewees de Interbrugse Huisvestingsmaatschappij in het recente verleden trouwens zelf. De maatschappij renoveerde enkele jaren geleden o.a. de oude Bloemmolens Dewulf in Brugge, waar ze op de bovenste verdieping een vergaderzaal voor haar raad van bestuur heeft ingericht. Ondanks de hoge kostprijs van de renovatiewerken blijkt de huurprijs van de sociale appartementen er bijzonder laag te liggen. Waarom dit wél kan in Brugge en niet in Oedelem is ons een compleet raadsel?.